Enrique Jimenez Ramirez, bekend als Enrique De Melchor, werd geboren in Marchena in 1951, maar ging naar Madrid toen hij 12 jaar oud was, waar zijn vader de vaste gitarist was in Manolo Caracol's Tablao, genaamd Los Canasteros. Het was in deze zelfde tablao dat Enrique zijn eerste doorbraak meemaakte toen hij 15 jaar oud was. Hier leerde hij ook de geheimen kennen van de kunst van het begeleiden van de flamenco-zang.
Niet lang daarna maakte hij zijn eerste plaat met de zanger Antonio Mairena, en op de leeftijd van net achttien kreeg hij de Premio Nacional de la Cátedra de Flamenco de Jerez. Enrique De Melchor vergezelde Cameron de la Isla in de Tablao Torres Bermejas in Madrid en heeft gespeeld met vele grote "cantaores" (flamenco zangers), met inbegrip van Fosforito, El Turronero, Jose Merce en Jose Menese. Hij heeft zijn vaders (Melchor de Marchena) erfenis voortgezet en hoewel hij veel heeft geërfd van zijn vader's natuurlijke gave voor de gitaar is zijn stijl meer ingewikkeld, veel voller en schoner dan de eenvoudige "jondo" touch van zijn vader. Net als zijn vader is Enrique ook in staat om zijn gitaarspel naar de stem van de zanger aan te passen. En net als zijn vader is hij een van de meest gerespecteerde gitaristen van zijn tijd. In tegenstelling tot zijn vader reist Enrique de hele wereld rond als solist.
Hij verscheen op vele platen als begeleider en op nog veel meer albums als solist en eveneens werkte hij met vele andere meesters van de gitaar samen, zoals Paco de Lucia op zijn CD "Arcos de las Rosas". Ook nam hij een excellent album op met de (Jerez)zanger José Mercé met de naam "Caminos Reales de Cante" , waarop hij de vele stijlen speelt die zijn vader prefereerde, zoals siguiriya, fandangos en soleares. Meer over flamencogitaristen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten